Alle foto's zijn gemaakt in de vrije natuur, met een minimum aan verstoring. Belichting op diafilm fujichrome sensia 100, provia 100 of velvia 50 ; en digitaal. De dia's zijn gescand om op deze site te tonen. Er is geen gebruik gemaakt van digitale manipulatie! Hetgeen je hier ziet op het scherm, zag ik ginder door mijn lens. Alle foto's zijn beschermd door een copyright; Rudi is ook lid van Sofam.

Congo-Brazzaville

Enkele gebeurtenissen uit het Conkouati-Douli Nationaal Park


2003

2005


inleiding

Centraal-Afrika, voor velen een onbekend en onbereikbaar gebied. Het is daar waar het "hart der duisternis" zich bevindt, het "donker" tropisch regenwoud. Dit op één na grootste aaneengesloten regenwoud omvat delen van Kameroen, Centraal Afrikaanse Republiek, Democratische Republiek Congo, Uganda, Rwanda, Burundi, Gabon, Equatoriaal Guinea en Republiek Congo. Veel weet men nog niet over dit enorme gebied. Maar je zal al wel eens gehoord hebben van de berggorilla's in Rwanda; van de bosolifanten in de baais van het Dzanga-Sanga nationaal park of de laaglandgorilla's van het Odzala nationaal park. Het is pas recent dat men geïnteresseerd geraakt in dit fascinerend gebied. Twee keer vier maanden, in 2003 en 2005, was een piepklein deeltje van dit regenwoud, namelijk het Conkouati-Douli Nationaal Park, Rudi's thuisbasis. Met behulp van de congolese ngo H.E.L.P. Congo en het franse H.E.L.P. International had hij de mogelijkheid dit park te ontdekken en te fotograferen. Een heel voorrecht, want hij had min of meer vrij spel en voordien was er nog geen natuurfotograaf in dit park geweest (alhoewel Michael "Nick" Nichols, een beroepsfotograaf die onder meer werkt voor National Geographic, dat al eens gevraagd had). Het was in ieder geval geen gemakkelijke opgave. In het begin had hij nog wat hulp van een gids, maar na een aantal weken ging hij steeds alleen op pad. De maanden erop organiseerde hij alles zelf en gebruikte in de mate van het mogelijke de logistiek van de organisatie, zoals een motorbootje, klimgerief of timmerhout. Zijn vertrekpunt was steeds het junglekamp "le triangle" in het noorden van het gebied . Het junglekamp ligt in de Republiek Congo (Congo- Brazzaville), op een 160km ten noorden van de havenstad Pointe-Noire. Het park situeert zich dus aan de kust, grenzend aan Gabon. Het park bedraagt een slordige 5000 km2, waarvan een klein deeltje ter beschikking staat voor H.E.L.P. Congo. "Le sanctuaire" omvat drie eilanden in het Conkouati-meer, waar onderschepte chimpansees zich terug aanpassen aan hun natuurlijke leefomgeving. "Le triangle" is een stuk tropisch regenwoud waar nadien dan de chimpansees in worden vrijgelaten en opgevolgd. Meer info hierover op http://www.help-primates.org./
Rudi's taak was echter het fotograferen van het voedsel van de chimpansees met een digitaal toestel (Nikon Coolpix 5700, geleend van De Beuckelaar) en het fotograferen van de wilde natuur in de mate van het mogelijke met een traditioneel toestel (250 diafilmen gesponsord door Kinepolis Antwerpen). Het was geen gemakkelijke opgave en veel tijd ging naar het zoeken en eventueel fotograferen van de dieren. Niet gemakkelijk want je werkt in een vochtig en warm klimaat. Wandelen door het woud was niet vanzelfsprekend, regelmatig moest je de machete gebruiken of zocht je een andere route. Het primair regenwoud was met zijn open karakter nog te doen, maar het dichtbegroeide secundair regenwoud en de stukken moeras waren een hel. En dan spreken we nog niet van de bloedzuigers, muggen en vliegen die je plagen. Daarbovenop moest er nog fotomateriaal meegesleurd worden.
top



2003




het tropisch regenwoud

Half zes 's morgens, het eerste licht verschijnt aan de horizon. Iets later kleurt de zon de optrekkende mist rood. een prachtig schouwspel dat je niet elke morgend meemaakt. Maar het is niet altijd zo aangenaam dan je denkt. Om dieren te zien moet je vroeg op pad. Je zoekt je een weg tussen takken en struiken, maar alles is nog kleddernat. Het is al te warm om een regenjas aan te doen. Je kleren worden nat maar van opdrogen is geen sprake. Door de hoge luchtvochtigheid blijft alles klammig en later op de dag is het zo warm dat je toch nat wordt van het zweet. Je kunt het draaien of keren, nat ben je altijd. En over vochtigheid gesproken ; rivieren moeten ook regelmatig doorgestoken worden en moerasgebieden zijn soms niet te vermijden.
Maar toch trekt dit biotoop Rudi erg aan. er is namelijk nog zoveel te ontdekken en te fotograferen. Alhoewel je niet veel te zien krijgt, 't is te zeggen, je moet goed zoeken in dit gebied, word je toch beloond voor de moeite. De biodiversiteit is zo groot dat je je eindeloos kan bezighouden. De grote moeilijkheid bestaat erin dat de meeste dieren een verborgen bestaan leiden. Zelfs als ze zich voortbewegen door het dichte bos, hoor je ze amper. Zelfs een olifant hoor je niet altijd aankomen.
top

De zoogdieren

Alhoewel Rudi vier maanden op zoek is geweest naar zoogdieren in het regenwoud, heeft hij niet zo veel resultaat verkregen. Het zit namelijk zo. De eerste maanden ging hij dagelijks met de rugzak vol fotogerief het woud in. Statief op de schouder en op zoek. Bijna dagelijks zag hij wel één of ander zoogdier, maar een foto ervan nemen bleek niet evident. De grijze duiker is een voorbeeldje van een moeilijk te fotograferen zoogdier. Meestal krijg je hem te zien heel vroeg in de morgen. Hij is niet groter dan een gewone hond, en zit steeds verscholen in het dichte struikgewas. Wanneer je hem ziet, blijft hij twee seconden staan en vlucht dan pijlsnel weg. Een foto nemen is zo goed als onmogelijk. Rudi heeft ze wel meermaals gezien, maar nooit kunnen fotograferen. Een ander voorbeeld is de sitatunga. Deze grote antiloopsoort voelt zich het beste in het moeras. Ze zijn zeer schuw en vluchten weg bij het minste onraad. Op een gegeven moment staat Rudi oog in oog met een vrouwtje. Snel neemt hij zijn fototoestel met 400mm en neemt een foto. Te laat ziet hij dat de flits nog opstaat, met als gevolg een spookbeeld. Het dier schrikt natuurlijk en vlucht weg. Een andere keer kwam er een ander vrouwtje mijn richting uitgelopen. Ze had me niet gezien en stopt op nog geen 3 meter van mij. Ik heb natuurlijk de pech dat ik met mijn 400mm niet zo dicht kan scherpstellen. Nadat het dier van zijn verbazing bekomen is, vlucht het weg. Toch een hele ervaring, een wilde sitatunga van zo dichtbij zien. Er volgen nog verschillende confrontaties, maar telkens zonder fotoresultaat. Een derde voorbeeld zijn de kleine aapjes (cercopitheques). Zij leven dag in dag uit in de boomkruin. Het is maar zelden dat ze naar beneden komen. Probleem om hen te fotograferen is dat je meestal met te fel tegenlicht zit en dat de aapjes veel te snel wegvluchten. Ze zijn schuw door de aanhoudende stroperij in het park. Toch heeft Rudi van de vele keren dat hij deze aapjes gezien heeft, een aantal foto's kunnen nemen. Maar het zijn zeker en vast geen juweeltjes. Zo ook voor het fotograferen van wilde chimpansees. Eénmaal als ze je gezien hebben, vluchten ze razendsnel weg. Werken met schuilhutten blijkt nog de beste oplossing te zijn, maar een goede plaats vinden is niet zo evident.
top


De bosolifant

Misschien weet je het niet, maar in Afrika lopen twee soorten olifanten rond. Veruit de meest bekende en gefotografeerde is natuurlijk de savanne-olifant. Zij komen veelvuldig voor in oost- en zuid-Afrika. Bosolifanten kom je zoals de naam je doet vermoeden alleen maar in het bos tegen, namelijk het tropisch regenwoud van centraal-Afrika. Door zijn verborgen bestaan is er maar weinig bekend over deze fascinerende dieren. Op het 'veld' kan je hem herkennen aan een aantal fysieke kenmerken. Eerst en vooral zijn ze een stuk kleiner. Zo kunnen ze zich gemakkelijker verplaatsen tussen de bomen en struiken. Ook de oren zijn een stuk kleiner, alsook de slagtanden. Deze laatste zijn daarbovenop ook meer naar beneden gericht. Alhoewel ze relatief klein zijn, kunnen ze wel aggressief uit de hoek komen. In het tropisch regenwoud van conkouati kwam Rudi bijna dagelijks een olifant tegen, zowel bos- als savanne-olifanten.
Hierna volgen een paar verhalen die Rudi meegemaakt heeft met bosolifanten:

Edouard gidst Rudi langs de Ngongorivier. Het is grijs en nog vroeg op de morgen. De hele nacht heeft het nog geregend zodat de rivier zienderogen stijgt. Iets later vraagt hij aan Edouard of hij eventueel vooraan kan lopen. Zo heeft hij meer kans om dieren te fotograferen. Ondertussen treedt de rivier buiten zijn oevers. We waden tot kniehoogte door het water. Voorzichtig stapt Rudi verder want hij wil niet vallen met al het fotomateriaal dat hij meesleurt. Maar plots ziet hij op nog geen 10 meter afstand beweging. Een groot donker silhouet komt naar hen toe. Een olifant laat duidelijk merken dat ze niet gewenst zijn. Vliegensvlug keren Edouard en Rudi om en lopen door het water. Ze kijken even om en zien dat de olifant weg is. Het was gelukkig maar een schijnaanval.

Spannender wordt het wanneer je alleen op pad gaat.
Het heeft in de bergen weer flink geregend zodat het waterpeil zienderogen stijgt. Gelukkig kan Rudi die morgen een stuk meevaren met het motorbootje zodat hij toch een stuk moeras heeft kunnen vermijden. Maar tot over de knieën in het water hoort er toch weer bij. Hij is nog maar net op weg of daar hoort hij een olifant. Geen probleem want de olifant heeft hem niet gezien. Rudi kijkt waar hij naartoe gaat. Hij komt zijn richting uit, maar als hij zich haast is hij hem voor. Zo stil mogelijk vervolgt hij het pad door het water. Maar een andere olifant die iets verder staat, had Rudi niet gezien. De olifant stormt op hem af, het water spat naar boven. Rudi vlucht weg, maar ondertussen is ook die eerste olifant gearriveerd. Hij zit tussen de twee kolossen in. Er zit niets anders op dan het woud in te vluchten. Maar Rudi zakt tot op zijn middel in het moeras. Gelukkig kan hij zich nog achter een grote boom schuilhouden. Om zijn evenwicht te bewaren, neemt hij nog een liaan vast. Maar dat bleek geen goed idee. Soldaatmieren vallen hem onmiddellijk aan en bijten in zijn hand. Vlug laat hij los en schudt ze van zich af. Ondertussen zijn de twee olifanten gelukkig al gepasseerd en kan hij zijn weg vervolgen.

Vroeg op de morgen stapt Rudi naar zijn zelfgemaakt platform. Hij heeft een tripje van twee uur voor de boeg. Al die tijd staan je zintuigen op scherp. Je wil zo weinig mogelijk onverwachte ontmoetingen.
Een sterk doordringende geur verraadt de aanwezigheid van een olifant. Geruisloos stapt Rudi verder, steeds het bos afspeurend. En ja, op een gegeven moment ziet hij de olifant staan achter een wirwar van steltwortels. Het is een kolossaal mannetje met enorme slagtanden. Rudi houdt hem goed in de gaten en merkt dat de olifant zich stilletjes verwijderd. Rudi vervolgt zijn weg, maar komt de olifant iets verder weer tegen. Weer laat hij hem passeren en wanneer hij ver genoeg weg is, waagt Rudi zijn kans. Maar na twee stappen houdt Rudi weer halt. Blijkbaar is het mannetje niet alleen. Een vrouwtje met jong vergezellen hem. Nu moet Rudi extra voorzichtig zijn, want wanneer er een kleintje mee gemoeid is, zijn de olifanten veel alerter. Met kloppend hart laat Rudi ook deze twee passeren. Maar hij verlies ze uit het oog door het dichte struikgewas. Spannende momenten volgen wanneer hij de twee olifanten hoort passeren op nog geen tien meter van hem. Enkel het dichte struikgewas scheidt Rudi van de olifanten, wat best wel beangstigend is. Wanneer de olifanten gepasseerd zijn, stapt hij snel verder zonder geluid te maken en is blij dat hij eindelijk hoog en veilig op zijn platform zit.

Maar de confrontaties met olifanten zijn niet altijd angstaanjagend. Zo hadden we een olifant die regelmatig een bezoekje bracht aan ons kamp. Hij was verlekkerd op het groene, malse gras. Vervelend was wel die ene keer dat Rudi 's nachts dringend naar het toilet moest. Het enige pad daar naartoe werd door de olifant geblokkeerd. Met een klein omweggetje passeer Rudi hem, maar hij was wel een emmer met water vergeten om door te spoelen. Dus heeft hij de olifant nog een tweede keer moeten passeren. Zo in het donker is dat toch wel even spannend. Ook heeft Rudi een aantal keren een olifant de rivier zien oversteken, iets wat je niet veel ziet. Ook de observaties vanuit zijn platform waren zeer interessant. Zo zag hij dat een olifant een moabe-vrucht uit het slijk haalde en eerst in een plasje afspoelde vooraleer te verorberen. De momenten wanneer een olifant onder Rudi's platform passeerde, vergeet hij nooit. Hij had zo op de rug van een wilde olifant kunnen springen. Het idee alleen al. Het observeren van deze dieren heeft hem wel geamuseerd; Een mannetje bosolifant was waarschijnlijk gefrustreerd. Hij rukte een aantal kleine boompjes uit en sloeg die een aantal keer met kracht tegen de grond. Dan gooide hij ze weg en vertrappelde ze nog eens extra met zijn voorpoten. Ook een raffiapalm moest er aan geloven. Dan was hij wat afgekoeld en vervolgde zijn weg. Op diezelfde plaats heeft Rudi ook het voorrecht gehad een vrouwtje met jong te zien. Niets speciaals zou je denken, maar wanneer je het jong ongestoord aan de uier van de moeder ziet drinken, is het wel fantastisch. De olifanten laten zeker een heleboel herinneringen na, zowel spannende als aangename.
top


de chimpansees van H.E.L.P.

De eerste weken in Congo waren eerst vooral een kennismaking met het regenwoud en de chimpansees die daarin werden vrijgelaten. Maar vooraleer ze terug in de natuur gezet werden, pasten ze zich aan op een drietal eilanden in het Conkouati-meer.
Op de eilanden, 'le sanctuaire', worden de onderschepte chimpansees weer gewoon gemaakt aan hun natuurlijke omgeving. Ze worden door enkele vrijwilligers opgevolgd. Tweemaal per dag worden ze ook bijgevoed, want op de eilanden is er niet genoeg gevarieerd voedsel. Normaal is het de bedoeling dat ze in een later stadium in de natuur 'le triangle' vrijgelaten worden ; maar voor enkelen is het al te laat. Of ze zijn te oud of ze zijn gehandicapt. Zij zijn gedoemd (of hebben geluk) om de rest van hun leven op de eilanden te blijven. Wanneer er chimpansees terug in het regenwoud gezet worden, is het werk nog niet gedaan. de dieren moeten nog dagelijks opgevolgd worden en indien nodig verzorgd worden. een dagje in 'le triangle' ziet er als volgt uit :

Om kwart na vijf gaat de wekker af. Het is nog donker. Enkele vrijwilligers staan op en maken zich klaar om te vertrekken. In de kleine rugzak steken ze het materiaal zoals de zender en antenne, zaklantaarn en kleine benodigdheden in. Iets later arriveren er ook enkele gidsen die aan de overkant van de rivier verblijven. Om zes uur wordt het startschot gegeven. Een vrijwilliger en gids gaan op zoek naar een groep chimpansees. Ze baseren zich op de plaats waar ze de dag voordien hun slaapnest hadden gemaakt. Op die plaats beginnen ze te zoeken met de zender. Niet altijd even gemakkelijk, maar wel nuttig. Wanneer ze gevonden zijn, worden ze constant geobserveerd. Om de tien minuten wordt er opgeschreven waar ze zijn en wat ze doen. Wanneer het zonnetje schijnt is het wel aangenaam, maar in een regenwoud durft het ook wel eens regenen natuurlijk. Soms blijven de chimpansees uren in de zelfde boom zitten. Wanneer ze op zoek gaan naar een andere plaats, moet je hen volgen, wat niet altijd gemakkelijk is. In het primair regenwoud is het te doen, maar wanneer ze een moeraszone uitkiezen, is het wel wat anders. Zij springen dan van tak tot tak, maar de observators moeten erdoor. Regelmatig geraak je hen dan kwijt en moet je opnieuw met de zender op zoek. Ook in het secundair woud is het moeilijk. Het is daar dicht begroeid en niet zo toegankelijk. Wij zijn daar niet voor gemaakt. Zo zie je dat het niet altijd evident is. Ook wanneer ze 40 meter hoog in een boom zitten is het niet altijd gemakkelijk om te zien wat ze doen. Tegen de middag wordt de eerste ploeg afgelost door de volgende. Door middel van vocalisatie proberen de twee ploegen elkaar te vinden. Soms kan je lang zoeken, zeker wanneer de chimpansees andere plaatsen uitzoeken. De tweede ploeg vervolgt de taak totdat de chimpansees hun slaapnest gemaakt hebben. Wanneer het al donker is, komt de tweede ploeg terug aan het kamp. En dat gebeurt dus elke dag, feestdagen of niet.

top


de westelijke laaglandgorilla

Rudi loopt alleen in het regenwoud, het is prachtig weer. Hij is net terug van een paar dagen in het andere kamp 'le sanctuaire' waar hij een aantal weken heeft uitgerust. Terug in de jungle staan al zijn zenuwen gespannen. Tijdens een zoektocht naar dieren had hij al een paar keer 'geklop' gehoord. Hij weet niet goed wat het is en iets onbekend heeft altijd iets beangstigend. Het pad slingert door het woud. Op een gegeven moment blijft Rudi stokstijf staan, zijn hart begint in zijn borstkas te bonken. Op nog geen dertig meter voor hem komt een nietsvermoedende gorilla, een grote "zilverrug", naar hem toe. Hij heft zijn enorme kop op en merkt Rudi op. Een luide kreet en een paar seconden later is de gorilla al uit het zicht verdwenen. Geen foto, maar toch een bangelijke ervaring. Het was al de tweede keer dat Rudi een gorilla zag, maar toch blijft het spannend. Een gorilla is nu eenmaal een imposante verschijning.
De eerste ontmoeting met een gorilla was totaal onverwacht. Samen met Egdar, een congolese gids, loopt Rudi door primair regenwoud. Nadat ze een één meter diepe rivier doorgestoken hebben, houden ze halt. Edgar heeft iets gehoord. Ze zien niets, en na enige tijd verwijdert het geluid zich. Dan blijft het stil in het woud en vervolgen ze hun weg. Totaal onverwacht worden ze opgeschrikt door een groot dier. Uit een grote boom daalt een gorilla met veel gekrijs af. Rudi en Edgard doen snel een paar passen achteruit, maar gelukkig vlucht de gorilla ook. Verder in het bos ziet Rudi nog twee anderen afdalen en vluchten. Alhoewel hij zijn fototoestel klaar had, is hij vergeten foto's te nemen. Je bent zo geschrokken dat je dat vergeet. Dit was de eerste keer dat hij een gorilla zag na al anderhalve maand vertoeven in het regenwoud. Gorilla's hebben weliswaar een territorium, maar dat is zo immens groot dat je veel geluk moet hebben om ze te vinden. Daarbij verblijven ze graag in dik struikgewas, waar ze zich veilig voelen.
De dag nadat Rudi de zilverrug had gezien, ging een vrijwilliger op dezelfde plaats op zoek naar de gorilla, want hij wou die ook eens zien. En hij had geluk. Eerst ziet hij twee vrouwtjes afdalen uit een boom. Onder die boom gaat hij op zoek naar uitwerpselen, die hij later bestudeert. Maar de grote zilverrug houdt niet van zijn aanwezigheid en komt luid krijsend en slagend op zijn borst aangelopen. De vrijwilliger vlucht met een bang hart weg. Maar dan denkt hij eraan dat dat niet de beste oplossing is. In theorie moet je ter plaatse blijven, naar beneden kijken en doen alsof je aan het eten bent. En het werkt. De gorilla laat nog even van zich horen en keert dan om. De vrijwilliger maakt zich zo snel hij kan uit de voeten. Nadien was het voor mij een stuk spannender om op zoek te gaan naar de gorilla's.

De eerste 3 foto's van een gorilla

De enkele volgende ontmoetingen met gorilla's zijn steeds van korte duur. De gorilla's hebben je al in de gaten voor je het weet dat ze in de buurt zijn. Gevolg ze vluchten weg en je vindt ze niet meer terug. Rudi besluit het dan maar anders aan te pakken. Op enkele plaatsen aan de Ngongo-rivier liggen omgevallen bomen. Die doen dienst als natuurlijke brug voor allerhande dieren. Vooral primaten zoals mandril, chimpansee en gorilla maken hier af en toe gebruik van want ze kunnen niet zwemmen. Op één van die plaatsen maakt Rudi, op een dertig meter van de boomstam, een schuilhut tussen de marantaceae, aan de oever van de rivier. Vroeg in de morgen zet Rudi zich met veel moed klaar. De uren gaan snel voorbij. Er is steeds wel iets te beleven, maar op de boomstam is er geen beweging. Ondertussen houden wel een aantal vliegjes me gezelschap. Daarbovenop geeft de zon van katoen, zodat hij zich in een sauna waant. En dan hoort hij iets. Aan de overkant ziet hij takken bewegen. Hij neemt zijn toestel in de hand en wacht gespannen af. De spanning is er snel af want hij merkt dat het Erik en Luisa zijn, die samen met Louzelo, de kleine chimpansee, terugkeren naar het kamp. Ook zij gebruiken de boomstam om over te steken. De schuilhut heeft dus gewerkt, want ze hebben Rudi niet gezien. De volgende dag zit hij er weer. De dag begint goed, de zon is weer overvloedig van de partij. Maar enkele uren later wordt het vreselijk drukkend warm. In de verte komen zware, donkere onweerswolken aandrijven. Hij kijkt nog even na dat zijn camouflageponcho, die hij hier als dak gebruik, nog goed vastzit. De regen laat niet lang op zich wachten. Met bakken stroomt het eruit. De poncho houdt het goed uit. Gelukkig is het maar van korte duur en neemt de zon nadien weer de overhand. Ondertussen is de middag alweer gepasseerd. Een gorilla is nog steeds niet gepasseerd, maar toch is er een beetje aktie. Niet op de boomstam, maar wel juist aan de overkant van de rivier. In eerste instantie dacht Rudi dat er een enorme slang een boom inkroop, maar iets later zag hij het. Een één meter lange varaan zoekt een goede plaats om de nacht door te brengen. Een varaan die een boom inkruipt, daar had Carmen, de verantwoordelijke van het kamp, nog nooit van gehoord. Maar Rudi heeft hiervoor nu het bewijs. De derde dag in de schuilhut, ondertussen is er nog geen enkel dier over de boomstam gelopen. Rudi's aandacht verslapt wat. De varaan van de vorige dag verlaat zijn boom en zwemt voor zijn ogen de rivier over. De zon is weer van de partij. Buiten de vliegjes rond zijn oren, krijg hij nog wat gezelschap van enkele tseetsee-vliegen, balen. Maar al zijn moeite wordt uiteindelijk beloond. Omstreeks vier uur 's middag wrijft Rudi eens goed in zijn ogen. Met verbazing ziet hij een gorilla op de boomstam staan. Snel neemt hij het fototoestel in de hand, want de gorilla aarzelt niet om over te steken. Drie foto's kan hij nemen en de gorilla verdwijnt aan de overkant in het struikgewas. Drie dagen wachten om tien seconden aktie, maar daar doe je het voor, nietwaar! De vierde dag neemt Rudi weer plaats in de schuilhut. Maar dit keer blijft hij er niet lang in. Op een gegeven moment hoort hij niet ver van hem gekraak. Hij kijkt door het struikgewas en merkt een bosolifant op. Wat nu te doen als de olifant hem opmerkt? Rudi zit tussen de kolos en de rivier in. Rudi blijft zitten tot de olifant weg is en besluit dan de schuilhut af te breken en te vertrekken. Dit was toch wel iets te spannend naar zijn zin.

Nog meer westelijke laaglandgorilla's

Met enkel drie foto's van een gorilla neemt Rudi geen genoegen. Van Carmen, de kampverantwoordelijke, krijgt hij te horen dat er op het moment vruchten uit de moabe-boom vallen. Deze vruchten zijn een lekkernij voor vele dieren, waaronder de laaglandgorilla. Op een twee uur stappen van het kamp is er zo'n boom. En niet ver daarvandaan heeft Rudi al een paar keer gorilla's gezien en gehoord. Rudi besluit om in een boom een platform te construeren, juist hoog genoeg dat de olifanten hem niet kunnen raken. Met wat balken van een palet maakt hij twee stevige driehoeken met daartussen enkele planken. Deze constructie bindt hij dan met behulp van enkele linten vast aan een stevige boom. Voordeel van dit is dat je je constructie opnieuw kan gebruiken en dat je de boom niet beschadigt. Alleen is het niet evident het platform op je eentje tien meter hoog te krijgen. Met behulp van een klimtouw en toebehoren én veel kracht is het me een paar keer gelukt.
De eerste dag op het platform is al een succes. Zes verschillende olifanten zijn er gepasseerd. Een enkele is zelfs onder Rudi doorgelopen zonder hem te zien. Zo had Rudi ook de mogelijkheid om deze prachtige dieren te observeren. Het is weer de derde dag dat er iets gebeurt. Rudi zit nog maar een uurtje op zijn platform, of hij ziet al beweging in het struikgewas. Hij denkt bij zichzelf, daar is weer een olifant. Maar wat blijkt, het is een grote chimpansee, gevolgd door nog vijf anderen. Rudi houdt zich stil en heeft zijn fototoestel klaar. Ze stappen de juiste richting uit. Maar plots blijven ze staan. Zenuwachtig kijken ze rond. Iets later vluchten de chimpansees weg. Hebben ze hem nu gezien of niet? Waarschijnlijk niet, want van de andere kant komt een olifant aangestapt. Spijtig, want dit was een unieke kans om wilde chimpansees te fotograferen. Een uurtje later heeft hij weer pech. Achter hem passeert er een gorilla, maar Rudi kan zich niet omdraaien op zijn platform. Geregeld hoort hij nog de vocalisatie van zowel de gorilla als de chimpansees. Nog steeds geen foto, maar wel al een ongelooflijke ervaring. Maar niet getreurd, nu weet hij zeker dat er gorilla's in de buurt zijn. En jawel, die middag rond drie uur verschijnt er geruisloos uit het struikgewas een adolescent mannetjes-gorilla. Voor zijn ogen neemt de gorilla rustig een vrucht en begint die met smaak op te eten. Rudi neem enkele foto's. De gorilla reageert gelukkig niet op het geluid van de sluiter. Maar waarschijnlijk zal hij het niet gehoord hebben, want in het woud is er constant lawaai van allerhande dieren. Intussentijd geniet Rudi (maar wel met een klein hartje) van het ongestoorde gedrag van de gorilla. Zo stil hij gekomen is, zo stil gaat hij ook weg. Een half uur later verschijnt een tweede exemplaar. Ditmaal is het een grote zilverrug en ook hij zoekt naar vruchten. Op een gegeven moment slaat hij een kreet en vlucht weg. Eénmaal kijkt hij nog eens om en verdwijnt dan tussen de bomen. Waarschijnlijk heeft hij Rudi's aanwezigheid gevoeld, of is hij opgeschrikt door iets anders. Rudi zal het nooit weten. Het spijtige is dat hij nog geen foto heeft kunnen trekken van een zilverrug. Op de terugweg naar het kamp komt hij nog per toeval deze twee gorilla's nog tegen.
De volgende dag zet Rudi zich weer met volle moed op het platform. Buiten wat olifanten en een grote roofvogel (waarschijnlijk een wespendief) is er niets bijzonders gepasseerd. De vijfde dag is het weer raak. Omstreeks hetzelfde uur dan twee dagen voordien komt er weer een gorilla te voorschijn. Ditmaal is het geen mannetje, maar een vrouwtje met een baby'tje op haar rug. Iets later krijgt ze nog gezelschap van een tweede vrouwtje met haar kleintje. Ongestoord zoeken ze naar eten. Intussentijd geniet Rudi van het schouwspel. Af en toe neemt Rudi een foto, hopend dat ze hem niet opmerken. Ze zitten ongeveer op dertig meter van hem. Daarbovenop komt er een zilverrug poolshoogte nemen. Hij komt zien of zijn gezin wel veilig is hier. Maar gelukkig doet hij ook rustig zijn ding. Gedurende een kwartier (of was het een half uur) is Rudi getuige van een gelukkige gorillafamilie. Op een bepaald moment kreeg Rudi het wel even benauwd. Eén van de kleintjes kroop in een boom, maar zijn schuilhut is bovenaan niet gecamoufleerd. Gelukkig geeft het mannetje juist teken om verder te gaan, zodat de kleine moest volgen. Een hele ervaring en een aantal foto's als bonus.
top


vogels

whoo, whoo, ... Rudi kijkt naar boven en ziet in een flits een enorme vogel overvliegen. Een paar seconden later vliegt een tweede exemplaar over. Ze landen hoog in de bomen op een dode tak. Dan laten ze hun luid gekrijs horen. Rudi neemt zijn verrekijker en ziet dat het neushoornvogels zijn. Deze vogels heeft hij dagelijks gezien, maar vertoeven steeds in de boomkruin. Dus van fotograferen kwam niet veel in huis, buiten die ene keer wanneer hij op een platform zat. Tegen valavond hoor hij ze weer afkomen. Niet ver van hem zetten ze zich op een tak. Door een gat in het bladerdak kan Rudi ze fotograferen. Een andere grote vogel, die regelmatig veel lawaai maakt, is de veel mooiere turaco. deze overwegend blauwe vogel schuimt ook het bladerdak af. Vruchten zijn een lekkernij voor hen.
Ook heeft Rudi heel wat kleinere vogeltjes gezien zoals kolibri's en ijsvogels. Ook een aantal roofvogels zijn gepasseerd waaronder de veel voorkomende 'palm vulture' en waarschijnlijk een jonge wespendief.
Alle foto's van de vogels zijn genomen zonder enige camouflage. Rudi kwam ze tegen en probeerde zo dicht mogelijk te naderen. Hij heeft geen enkele gelokt of aan schuilhutwerk gedaan, wat uiteindelijk een veel betere optie was. Daarbij vertoeven de meeste vogels in het bladerdak zodat het onmogelijk is ze te fotograferen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de grijze papegaaien die Rudi dagelijks heeft zien overvliegen, maar nooit voor zijn lens heeft gekregen.
top


Reptielen

In een vochtig en warm gebied stikt het van de reptielen, maar ze vinden is een ander paar mouwen. Toch is Rudi een aantal keer verrast geweest.

Rudi wacht aan de oever van de rivier in zijn schuilhutje op één of andere primaat die de boomstam zou oversteken. Er is daar geen beweging te bespeuren, maar per toeval ziet hij juist aan de overkant iets bewegen. Eerst dacht hij dat het een slang was, maar dan ziet hij een varaan een kleine boom inkruipen. Hij zoekt een rustig plekje zoekt om te slapen. Carmen, de verantwoordelijke van het kamp had wel eens gehoord dat varanen in de bomen klimmen, maar had gedurende de jaren dat ze hier geweest is dat nog nooit gezien. Rudi heeft in ieder geval nu het bewijs. Grappig is dat hij de volgende morgen de varaan uit de boom heeft zien komen en dat hij voor zijn neus de rivier overzwemt. Een niet alledaagse observatie.

Een ander interessant dier is de zwarte mamba, een grote en zeer giftige slang. Samen met Emma, een gids, volgt Rudi een groep mandrils. Dit gebeurt zeer langzaam en zo stil mogelijk. Een 2-meter lange slang schuift een tiental meter voor hen over de grond. Hij zoekt beschutting tussen de wortels van een boom. Rudi gaat op zoek en ziet een stukje van zijn lijf, alsook iets later de kop. De zwarte mamba heft die wat op en kijkt Rudi recht aan. Dat ziet er niet goed uit en Rudi trekt zich wat terug. En maar goed ook, want volgens Emma is dat een teken van aanval.

Een andere schrikwekkende en giftige slang is de pofadder. Deze is helemaal niet te vergelijken met de zwarte mamba. Het is een korte, dikke en logge slang.
Na een dagje op een platform keert Rudi terug naar het kamp. Een eigenaardig geblaas doet hem halthouden. Hij zet een stapje verder en hoort hij het weer. Zijn hart begint sneller te kloppen, want dit geluid had hij nog nooit gehoord. Rudi speurt de bodem af iets later ziet hij niet ver van hem op de grond een slang liggen. Hij is ongeveer een meter lang en een been dik. Redelijk groot, maar door zijn bijzonder goede camouflage moeilijk te zien. Zijn taktiek om kleine zoogdieren te vangen is simpel. Hij wacht gewoon tot zijn prooi dicht genoeg is en doet dan een blitsaanval. Gelukkig zijn mensen een te grote prooi, maar om zich te weren durven ze wel bijten. Best vermijden want een beet van zulke slang kan fataal zijn. Rudi mag van geluk spreken dat hij één gezien heeft, want dat gebeurt zelden in de vrije natuur.

In het primair regenwoud heeft Rudi ook een aantal keer een landschildpad gezien, en dat pas nadat hij al drie maanden in het regenwoud verbleef. Af en toe eens wat geluk heb je wel nodig.

top



Amfibieën

Eén ding is zeker. Er is een grote verscheidenheid aan kikkers en padden in het centraal- afrikaanse regenwoud. Een groot probleem is zoals gewoonlijk het vinden van deze dieren. Telkens Rudi een kikker of pad tegenkwam, leek het wel een andere soort.

De eerste keer dat Rudi een felgekleurde kikker terugvond, was wanneer hij op zoek was naar een gorilla in het primair regenwoud. Hij loop tussen de struiken en per toeval ziet hij op een tak iets zitten. Hij bekijkt het wat dichterbij en tot zijn grote verbazing is het een kleine boomkikker. hij neemt zijn macrolens en wil een foto nemen. Maar Rudi krijgt het dier niet scherp door de zoeker. Hij probeer nog wat, maar het mag niet baten. Dan inspecteert hij even de lens en ziet wat er aan de hand is. Door de vochtigheid is de lens binnenin aangedampt. Door de zonneschijn is er na een uur wachten al een gedeelte weg, maar het is tijd om terug te keren. Toch neemt Rudi dan maar enkele foto's. Achteral lijkt het of er met een softfocus-filter gewerkt is.

Een andere keer ziet Rudi iets op een klein blad. Eerst dachthijk dat het vogelscheet was, maar bij nader inzien was het het kleinste kikkertje dat hij tot nu toe gezien had. Met poten uitgestrekt schat hij het diertje op één centimeter. Met zijn strepen lijkt hij wel op een pijlgifkikker uit het amazonewoud. Rudi neemt een aantal foto's met de 200mm macro en voorzetlens. Spijtig genoeg is dat niet voldoende, maar het ander gerief heeft hij niet bij zich. Op een gegeven moment komt Rudi wat dichter en dacht dat de kikker een vloeistof naar hem spuugde. Gelukkig reikte de straal maar een tiental centimeter ver. Een tweede keer heeft Rudi het hem niet meer zien doen. Boomkikkers vind je zoals zijn naam het zegt in de bomen of bladeren. Opgekrolde grote bladeren zijn een geliefkoosd plekje om zich te verschuilen. De meeste onder hen heeft Rudi zo teruggevonden. In ieder geval een boeiend onderwerp.

Ook in het kamp heeft Rudi 's nachts enkele kikkers en een pad gevonden. De pad was wel 15 centimeter lang en hield de kampbewonders regelmatig wakker met zijn luid gekwaak. De kikkertjes verkozen het lekkere groene gras om in te vertoeven.
top

Insekten

Normaal loop je deze dieren zo voorbij, maar als je je concentreert zie je er veel. Bij de meeste mensen heeft het woord insekt een negatieve weerklank, namelijk vervelende beestjes. In het regenwoud zijn er natuurlijk zo'n aantal zoals de "mouche filère", de malariamug en de tseetseevlieg. Bij de eerste merk je pas achteraf dat je gestoken bent. Op die plaats zwelt het op en voelt het aan of het verdoofd is. De malariamug is enkel 's nachts aktief, maar daarom niet minder vervelend. De tseetseevlieg is een volhouder. Je kan hem zo veel je kunt wegjagen, hij gaat steeds op een ander stukje van je lichaam zitten. Zij steken spijtig genoeg ook door dunne kledij. Maar buiten deze enkele irritante beestjes, zijn er nog ontelbare andere en interessante insekten waarvan je geen last hebt. Hier volgen enkele voorbeelden :

Een bidsprinkhaan die achter zijn prooi aansluipt trekt Rudi's aandacht. Het is een groot exemplaar van wel 15cm lang. een ordinaire vlieg heeft het nog niet door. Al wiegelend komt de sprinkhaan dichterbij. Zijn voorpoten houdt hij opgetrokken voor zich, klaar voor de aanval. Plots doet hij een supersnelle uitval. Maar de vlieg is blijkbaar ook supersnel en kan ontkomen.

Het is middag, Rudi rust wat uit in de schaarse zon die door het bladerdak schijnt. Enkele wriemelende beestjes trekken zijn aandacht. Het zijn een aantal rupsen die over de takken kruipen. Rudi probeert ze te fotograferen, maar ze blijven geen seconde stilstaan. Maar dan heeft hij geluk bij een ongeluk. Eén van de beestjes valt een meter naar beneden op een blad en is even wat versuft. Op dat moment kan Rudi een close-up maken. Dan is de rups niet meer te houden en 'rent' snel weg.

Iets wat je dagelijks te zien krijgt zien uiteraard de mieren. Een kolonie trekmieren is een interessant onderwerp. Gedurende enige tijd zie je de kolonne. Het grappige is dat er echt een pad vormt waar ze gelopen hebben. Ze zijn hier dan ook met miljoenen gepasseerd.

's Nachts zijn er ook nog vele andere soorten te ontdekken, maar dat zal voor een andere keer zijn.
top

Spinnen

Een vrijwilligster komt naar Rudi toe en vraagt om even mee te komen naar haar bungalow. Het is avond en ze wou gaan slapen. Maar ze durft niet naar binnen want er blijkt een grote spin in de hut te zijn. Wanneer Rudi de hut binnenstapt hangt er inderdaad een redelijk grote spin tegen de muur. Poten inbegrepen is dit exemplaar toch een 12 cm, een handpalm groot. Deze wolfspin maakt geen net, maar gaat aktief op jacht naar kleine insekten. Met behulp van een stuk papier zet Rudi het spinnetje buiten. Om de vrijwilligster een beetje te plagen, zeg hij dat de spin elk moment weer kan binnenkomen. Goedenacht!
Een andere vrijwilliger heeft iets minder geluk gehad met spinnen. Hij is hier nog maar de tweede dag en heeft al een spinnenbeet gekregen. Op zich niet zo erg ware het niet dat hij een allergische reactie kreeg. Heel zijn hand zwelde op en het minste dat hij er mee bewoog, voelde hij een striemende pijn. Daarbij kreeg hij ook nog eens barstende hoofdpijn. Gelukkig was het na een paar dagen toch gedaan.
Om vele soorten te zien zou je vooral 's nachts op pad moeten gaan, maar soms kom je overdag prachtige exemplaren tegen. Zo liep Rudi een keer langs de oever van de rivier door de 'marantaceae'. Hij raatk één van de planten aan en ziet per toeval een groot web. In het midden is het wat dichter geweven en net op dat stukje zit een gele spin te wachten op een prooi. Rudi neemt op zijn gemakje een aantal foto's. En dan is hij zelfs even getuige van een vangst. Een grote wesp vliegt in het web en bliksemsnel spurt de spin naar de prooi. Maar de wesp is sterk en kan zich nog loswringen. Dan maar terug wachten op een volgende prooi.
Een andere keer, tijdens een zoektocht in het primair regenwoud naar een chimpansee, duidde Emma Rudi een prachtig exemplaar aan. Wat Rudi direct opviel was dat het web niet wit was, maar geel. Ook de omvang van een meter was ook niet gering. De spin zelf was niet zo groot, maar toch de moeite.
top

De savanne

Het kamp "le sanctuaire" Het bevindt zich aan de oever van het conkouatimeer, omgeven door savanne en stukken bos. Het fotograferen is hier een stuk gemakkelijker. Er is meer dan voldoende licht en door het open karakter kan je al van ver dieren zien. Nu de grote dieren laten het wel afweten. geen leeuwen of jachtluipaarden, geen olifanten of gnoes. Wel enkele sporen van buffels en antilopen. Een jakhals heeft Rudi wel voor de lens gekregen. De grote oorzaak van de afwezigheid van grote zoogdieren is, zoals je wel verwacht, de massale stroperij. De dieren zijn uitgemoord en de enkele overlevenden zoeken de veiligheid van de bossen op. Met veel geluk kun je heel vroeg in de morgen, of laat op de avond wel buffels of antilopen zien.
Maar landschappelijk is de savanne prachtig. Ook is er een enorme verscheidenheid aan vogels en insekten. Enkele slangen en kikkers zijn ook van de partij.
top

De kust

Als afwisseling is Rudi ook een aantal dagen naar de kust geweest. Het speciale aan deze kust is dat hier een aantal soorten zeeschildpadden hun eieren komen leggen. Op een nacht is Rudi met gidsen dus op zoek geweest naar deze fascinerende dieren. Na een tocht van tien kilometer over de kustlijn zien ze eindelijk beweging. Een grote lederschildpad is juist begonnen met het graven van een put waarin zij haar eieren legt. gedurende een aantal uur zijn ze getuige van een interessant tafereel. Ondertussen wordt het schild gemeten met als resultaat een slordige 155 centimeter, en wordt de schildpad gemerkt. Een foto nemen was er spijtig genoeg niet bij want het is verboden om een flash te gebruiken. Bij volle maan en open hemel zou je zonder kunnen proberen, maar op dat moment was het te donker. Deze kuststrook en een deel van de kust van Gabon is de tweede grootste plaats buiten Guyana waar zeeschildpadden hun eieren komen leggen.
Overdag zijn het de grote spookkrabben die de show stelen. Zij komen hier in grote getalen voor. Maar om deze beestjes te kunnen fotograferen heb je wat geduld nodig. Als je nadert, zoeken ze snel hun hol op. Wanneer je een tijd wacht komen ze wel terug boven en kan je zonder veel te bewegen foto's nemen. Eén keer, wanneer Rudi op de grond lag kroop er zelfs één over zijn been. De kustlijn op zich is ook de moeite. Het ongelooflijke is dat na het strand het tropisch regenwoud begint.
top


2005


Agressieve chimpansees

In het gebied "le triangle" zijn zo'n 40 chimpansees terug uitgezet in het wild, maar deze reïntroductie gaat niet alrijd zonder slag of stoot. Gids Tonny roept plots om alles snel in te pakken en weg te wezen, want Koutou komt eraan. Dat is de mannetjeschimpansee die vorige keer wel drie keer de zonnekap van Rudi's lens afpakte en weggooide. Nu is hij wel wat gekalmeerd (naar het schijnt) maar best toch voorzichtig zijn. Er zijn trouwens heel wat meer problemen met agressieve chimpansees tegenover enkele jaren geleden. Het mannetje Bateko is veruit de ergste; hij heeft ondertussen al enkele vrijwilligers en gidsen aangevallen, waarvan er twee naar het ziekenhuis moesten. Het vervelende is dat hij net in het gebied blijft hangen, dat Rudi normaal in kaart ging brengen. Maar niemand, dus zeker hij niet, waagt zich daar momenteel.
Samen met gids Noëlle, trekt Rudi zijn stoute schoenen aan. Ze gaan toch naar le triangle, waar Bateko rondhangt, want ze hebben al zo lang de andere chimpansees in het gebied niet meer kunnen opvolgen. Met telemetrie speuren ze Bateko op om hem daarna vanop afstand te observeren. We nemen LPC, een vrouwtjeschimpansee, mee naar het gebied. Ze zijn er nog maar net of er komt al een chimpansee op hen afgestormd. Gelukkig blijkt het blijkt Derek te zijn, een ander mannetje die geen vlieg kwaad doet. Hij is erg mager; ongetwijfeld gaat ook hij gebukt onder de tirannie van Bateko.
Een uurtje later is er nog maar weinig gebeurd. Ze gaan op zoek naar de vrouwtjes. LPC en Derek volgen ons.  Ze vinden de vrouwtjes in een enorme boom zien tot hun grote vreugde ook een babietje die hier in het wild geboren is. Het blijft al bij al erg rustig, maar Rudi's gedachten blijven continu bij Bateko. Regelmatig controleren ze met telemetrie of hij niet te dicht in de buurt komt.
top

Kamperen in het woud

Na de mogelijkheden om te kamperen te hebben gecheckt, dacht Rudi klaar te zijn om een aantal dagen alleen in het woud te kamperen. Maar hij moet toegeven dat hij nog niet zag zitten. Het is raar dat hij zich in het woud oncomfortabel voelt, want voordien had hij er absoluut geen problemen mee. Het komt door die verdomde Bateko, ook al zit die in een ander deel van het park. Toch heeft hij geen andere keuze dan te kamperen. De chimpansees zitten behoorlijk ver ten noorden van het junglekamp; als Rudi dus andere dieren wil fotograferen vanop zijn platform moet hij nog noordelijker gaan. Elke dag zo'n verplaatsing door de jungle is gevaarlijk en puur tijdverlies. Maar alleen kamperen? Nee, tenminste één iemand moet nog mee.
Na enkele tijd krijgt Rudi te horen dat Leanne, die naar de triangle komt, hem wil vergezellen. Hij heeft nog net genoeg tijd om samen met Erik, een goede kampeerplaats te zoeken waar hij ook zijn platform wil installeren. Op hun zoektocht passeren ze de plaats waar Rudi enkele jaren geleden gorilla's kon fotograferen. Echt kicken, maar spijtig genoeg komen de chimpansees ondertussen ook tot hier dus moeten ze nog noordelijker gaan. Het is erg lastig om vooruit te geraken door moerassen, waaraan je meestal begint zonder te weten waar ze eindigen. Maar na regen komt zonneschijn: Rudi had het geluk mangabeys, een soort aapje, tegen te komen en ze zelfs te fotograferen. Een formidabele opsteker voor zijn fotografische inventarisatie van het gebied: vorige keer heeft hij in vier maanden tijd maar één mangabey gezien, en dan nog van heel ver.

En dan is het eindelijk tijd dat Rudi en Leanne hun rugzak kunnen pakken. Leanne, een australische vrijwilligster die nog een week over heeft vooraleer terug naar huis te keren, wil dat ook wel eens meemaken en gaat mee. Ze beginnen met de voorbereidingen van hun driedaagse. Ze nemen van alles mee zoals een tent, matjes, lakenzak, eten om juist te overleven, waterzuiveringstabletten, aansteker, een pot, emmer, ...  om een paar dagen verder te kunnen. Ook nemen ze een pirogue (houten afrikaanse kano) mee. Noelle, een gids van HELP, voert hen ver de rivier stroomopwaarts op met de motorboot, recht  naar het noorden. Na meer dan twee uur varen nemen ze een kijkje aan de oostelijke oever, het gebied genaamd Man-Fai-Tai. Het is een prachtige plaats, waar hij een mooi kikkertje ziet. Spijtig genoeg ligt al zijn fotomateriaal nog in de boot en is het kikkertje nadien uiteraard verdwenen. Ze besluiten nog wat verder te varen, nog steeds de pirogue meeslepend. Een half uurtje later stoppen ze uit aan de westelijke oever, genaamd de reserve. Een doordringende olifantengeur bereikt zijn neus. Niet moeilijk, Rudi staat hier midden in de olifantenmest. Dat is een goed begin. Leanne en Rudi besluiten hier te blijven en het bos enkele dagen te exploreren. Ze stellen de tent op en maken ruimte vrij om een vuur te kunnen maken. Alles staat klaar om de avond en nacht door te brengen.
Ze horen een luid gebrul. Rudi denkt dat het een gorilla is. Het is al een paar jaar geleden dat hij hier nog was, dus het is terug even wennen aan de oerwoudgeluiden. Ze hebben nog even de tijd voor het donker wordt, dus gaan ze op zoek. Rudi voorop, Leanne vlak achter hem. Ze volgen een olifantenpad, waar ook veel andere dieren gebruik van maken. Ontelbare sporen verraden de aanwezigheid van wilde dieren. Geruisloos stappen ze in de richting vanwaar ze het geluid gehoord hebben, alhoewel. In de modder is het niet altijd zo evident. Regelmatig stoppen ze en spitsen de oren. Nog een keer horen we het gebrul, maar het is verder weg. Is het nu een gorilla of een luipaard? Het waren al wel een paar spannende uurtjes om te beginnen, maar een gorilla hebben ze niet gezien.
Met enkel een aansteker bij, zal niet gemakkelijk zijn om een vuur te maken. Ze verzamelen het droogste kleine hout dat Ze kunnen vinden. Eens proberen, de aansteker aan het kleine hout en dan lichtjes blazen. Ja, vergeet het, na vele pogingen stoppen Ze even en overleggen wat nu te doen. Nog even en het is pikkedonker in het woud. Het kleine hout wil wel, maar net niet genoeg. Soms hebben ze vuur, maar wil het niet blijven branden. Droge bladeren zijn misschien de oplossing. Ze maken een nieuwe stapel hout met daartussen de droge bladeren. De aansteker die gloeiend heet staat, breekt bij het aansteken. Oh nee, wat nu. Gelukkig heeft Leanne nog een aansteker bij. De bladeren vatten vuur, alsook de takjes. Het is ons gelukt met droge bladeren en takken, maar Rudi's armspieren doen pijn van het waaien met het deksel van de pot. Maar een vuur is noodzakelijk om te koken en om wilde dieren een beetje af te schrikken. Rond 9 uur kruipen ze in de tent. Allerlei geluiden dringen tot hen door en ze fantaseren dat er een olifant in de buurt rondloopt. Echt vast slapen doe je niet op zo'n eerste nacht in het woud.
De turaco's en neushoornvogels maken hen wakker met hun luid gekrijs. Het is ochtend en ze staan op. Het water dat ze gisteren op het vuur hadden laten staan is nog lauw. Ze maken er wat thee van. Iets later zijn ze onderweg, de rivier stroomopwaarts volgend. Ze kiezen daarna een noordwestelijke richting, want van aangelegde paden is hier geen sprake. Ze gebruiken vooral de olifantenpaden, die het gemakkelijkst te volgen zijn. Het woud is prachtig en ze horen van alles, maar naarmate we verder gaan, wordt het moeilijker. Moerassen versperren de weg en ze weten niet hoe uitgestrekt die zijn. Ze zoeken wat in het rond, maar het blijft moeilijk begaanbaar en gevaarlijk. Uiteindelijk besluiten ze dezelfde weg terug te keren, maar dat blijkt moeilijker te zijn dan gedacht. Een kompas kan je hier niet missen. Ze gaan oostwaarts, zodat ze uiteindelijk aan de Ngongo-rivier geraken, maar soms is het bos ondoordringbaar, of is het moeras te diep, en dan moet je andere oplossingen zoeken. Hoe ver de rivier is en hoe lang we er over zullen doen, weten ze niet. De middag is nog maar net gepasseerd en onverwacht komen ze vlakbij het kamp aan. De zon geeft van katoen en maakt het bos drukkend heet. De tseetseevliegen weten van geen ophouden en bijten door je T-shirt heen. Ze leggen wat gerief in de tent en eten een beetje.  Ze verkennen nog even de oever van de rivier. Aan de prachtige oever genieten ze met volle teugen, wetende dat er in de verre omtrek geen mens te bespeuren valt. Er is ook een verkoelende wind opgestoken, die eveneens hen verlossen van de vervelende vliegen. Kleine aapjes laten zich even zien.
Dan gaan ze terug naar de kampplaats want ze moeten op tijd een vuur aansteken. Het is maar een half uurtje wandelen tot aan het kamp. Maar wat blijkt, ergens hebben ze zich van richting vergist en ze doen er meer dan een uur over. Door deze omweg hebben ze wel een nieuw vogeltje gezien (gros-beaked weaver) en een prachtig vijvertje met waterplanten, verscholen tussen de struiken. Een klein kikkertje zit te slapen in een opgerold blad. Rudi maakt een vuur en bij wonder is het direct aan. De pot met water erop en dan wachten tot het kookt. Het duurt niet lang en ze nemen ieder al een tas thee. Het resterende water is voor de pasta.
De nacht is al wat beter verlopen, maar ze worden wakker gemaakt door de regen. Het water sijpelt de tent binnen, omdat de buitentent er zomaar over gegooid was. Zo goed en zo kwaad als Rudi kan regelt hij het nog even; statief onder het buitenzeil aan de ene kant, wat laarzen aan de andere kant. Ongelooflijk maar waar, het water sijpelt niet meer zo hard binnen en kunnen ze toch weer wat verder slapen. Ze zijn vroeg uit de veren en gaan weer op zoek, maar nu de rivier stroomafwaarts volgend in zuidelijke richting. Ondertussen is het gestopt met regenen, maar regendruppels blijven maar neervallen van blad tot blad. Zo is het moeilijk om dierengeluiden waar te nemen en te lokaliseren. Verrassingen zijn dan des te groter. Ze wandelen door een prachtig stuk primair regenwoud, met regelmatig kolossale bomen. De onderbegroeiing is schaars zodat je er gemakkelijk en stil kan lopen. Op een gegeven moment meent Rudi weer een gorilla te horen en af en toe neemt hij ook een specifieke geur waar. Zeer voorzichtig gaan ze verder tot er plots beweging in een boom is. Een groot dier springt er uit en gaat er vandoor. Waarschijnlijk was het een gorilla, maar ze hebben hem niet voldoende gezien. Ze hebben wel lang verder gezocht naar mogelijke sporen of uitwerpselen, maar zonder resultaat. Na een drietal uurtjes zijn ze terug in het kamp. Ze hebben honger gekregen en eten wat brood. Het begint weer te regenen. De tent doet dienst als schuilplaats, maar het regent onophoudelijk pijpestelen. Na meer dan een uur is het binnensijpelende water niet meer te stoppen en zoeken ze het droogste plaatsje in de tent.  Het mag wel gaan stoppen, want ze willen met de pirogue de Ngongorivier afvaren terug naar het basiskamp. Gelukkig houdt het op en kunnen ze de tent opbreken. En dan begint de tocht over de rivier in een echte houten, labiele pirogue. Voor alle veiligheid heeft Rudi zijn fotorugzak in een waterdichte zak gedaan. De afvaart is prachtig. Je hoeft niet veel te doen dan enkel wat bij te sturen. De stroming brengt je wel verder richting basiskamp. Ondertussen genieten Leanne en Rudi van de omgeving en de stilte. Je geraakt gewend aan de onstabiele kano en kan relax rondkijken. Twee olifanten, een heleboel cerco's en vogels; en zelfs een kleine krokodil, die je hier niet zo vaak ziet, nemen ze waar. Het kamperen was ieder geval geslaagd, maar niet op fotografisch vlak. Dat deertRudi niet want hij wil ook kunnen genieten van het regenwoud.
top

Een verrassende ontmoeting met een bosbuffel

Een aantal keer heeft Rudi met een pirogue de Ngongorivier deels op- en afgevaren. Meestal krijgt hij wat vogels te zien zoals onder andere de reuze ijsvogel of de hamerkop. Na een van de vele meanders ziet hij iets een vijftigtal meter voor hem in het water. Hij weet niet goed wat het is, maar het is iets groot. Eerst dacht hij aan een olifant, maar dan zie hij het.  Een enorme kop steekt uit het water en staart hem aan.  Ondertussen brengt de stroming hem dichterbij. Hij neem zijn fototoestel en een aantal foto's volgen.  Maar dan krijgt hij het wat benauwd.  De bosbuffel blijft hem maar aanstaren en dan realiseert hij zich dat dit dier als gevaarlijk wordt beschouwd.  Snel neemt hij zijn peddel en probeert terug te varen, tegen de stroom in. Zittend in een pirogue kun je niet veel aanvangen tegen zo'n kolos.  Eens goed slaan met de peddel op de neus is misschien de oplossing. Met veel lawaai komt de buffel plots in beweging.  Hij springt uit het water en vlucht tussen de struiken weg. Oef, de adrenaline stroomt nog door zijn aderen.  Gerust peddelt hij weer verder, maar plots staat hij oog in oog met diezelfde buffel. Hij staat hem weer aan te staren op nog geen 10 meter van hem. Zijn hart slaat een slag over, hij peddelt wat harder, het dier vlucht een tweede keer weg. Dat is wel genoeg aktie voor vandaag.  Maar hij is blij dat hij foto's heeft kunnen nemen.  Een bosbuffel kom je niet elke dag tegen in het regenwoud.  Gelukkig maar, want anders had hij al lang een hartaanval gekregen.
top

Ontmoeting met twee westelijke laaglandgorilla's

Het is tijd om eens een nieuwe omgeving te verkennen. Volgens enkele gidsen is ten oosten van het kamp een goede omgeving om te verkennen. Het is licht heuvelachtig terreing met primair regenwoud. Om zeven uur is Rudi al op weg.  Het is enorm stil in het bos.  Eerst volgt hij even de rivier stroomafwaarts, om dan vervolgens het woud in te trekken. De dichte begroeiing maakt plaats voor grote bomen met lage onderbegroeiing. Ideale omstandigheden voor gorilla's, denkt hij bij zichzelf. Hij geniet van de prachtige omgeving.  Een omgevallen boomstam doet dienst als natuurlijke brug over een zijrivier. Waterplanten staan in bloei en geven het woud wat kleur. Een enorme kever kruist zijn pad.  Terwijl Rudi een foto neemt, hoort hij links van hem gekraak. Hij luistert aandachtig... er breekt een tak. Geruisloos sluipt hij dichterbij. Er is beweging hoog in een kolossale boom. Verdorie, de verrekijker ligt nog in het basiskamp. Hij nadetr tot op een 50 meter van de bewuste boom. Plots daalt er een enorm beest tot halverwege de boomstam. De gorilla kijkt Rudi een vijftal seconden aan en daalt dan verder af om weg te vluchten. Een tweede exemplaar vlucht ook weg. De adrenalinestoot blijft nog wat nawerken. Een gorilla zo in de vrije natuur zien, is toch wel een hele belevenis. Stilletjes stapt hij verder. De sterke geur van de gorilla's prikkelen nog steeds zijn neus. De gorilla's zijn dus nog in de buurt, dus opletten geblazen. En jawel. hij ziet ze in een andere boom. Enkele minuten kan hij ze observeren en dan verliest hij ze uit het oog. Een prachtige ervaring die hij zeker niet gauw zal vergeten.
top

Heuglijk en droevig nieuws

Het is nog vroeg, het bos is koud en vochtig.  In stilte wandelen Rebecca, de kampverantwoordelijke, Gracias, de gids, en Rudi over het pad.  Rebecca is hier nog maar een paar weken en is het oerwoud nog niet gewend.  Rudi weet niet hoeveel keer ze struikelde, maar gelukkig kon ze zich steeds herpakken.
Een scherpe, doordringende geur doet zijn aandacht verscherpen. Gracias kijkt even naar Rudi met een vragende blik.  Het is zeker niet de geur van een olifant, maar wat dan wel.  Plots is er geritsel tussen het struikgewas.  Rebecca, die tussen Gracias en Rudi wandelt, draait zich vliegensvlug om en loopt tegen Rudi aan.  Ze is nog onwennig in het bos en wil al direct vluchten.  Dan horen we het dier wegvluchten door het struikgewas.  We horen niets meer.  We gaan kijken naar eventuele sporen, en jawel,  een gorilla was hier aan het eten.  Ondertussen legt Gracias aan Rebecca even uit dat je niet direct moet wegvluchten.  Het is beter eerst af te wachten wat het is, om dan een beslissing te nemen. Alhoewel we de gorilla niet gezien hebben, is het weer een bijzondere ervaring. 
Maar eigenlijk zijn we op weg naar Emilie.  Deze vrijgelaten chimpansee heeft al enige tijd een dikke buik.  Rebecca wil checken hoe het met haar is gesteld.  Ondertussen zijn ze al een aantal kilometers verder het bos ingetrokken.  Gracias neemt de radio uit de rugzak.  Emilie is hier een week geleden in de buurt gesignaleerd.  Een flauw biepje doet vermoeden dat ze in de goede richting zitten.  Ze volgen het pad verder langs de Ngongorivier.  Ai,  de biep leidt naar de andere kant van de rivier.  Voor de zekerheid blijven ze nog even zoeken aan deze kant, maar dan zien ze een omgevallen boomstam over de rivier.  Hier zal Emilie waarschijnlijk ook overgestoken zijn.  Chimpansees kunnen namelijk niet zwemmen en hebben dus ook een brug nodig.  En jawel, de biep wordt sterker.  Ze vinden Emilie terug tussen de marantaceae, samen met nog twee andere chimpansees Kouilou en Tessie.  Ze zitten rustig de stengels van de planten op te eten.  En dan merkt Gracias iets tussen de armen van Emilie. Een klein hoofdje beweegt zich, er is een klein chimpanseetje geboren.  Het kan niet meer dan een week oud zijn, want vorige keer was hij er nog niet.  Een primeur voor Rudi, wanthijk kan de eerste foto's nemen van dit nieuwe leven ;  een chimpansee in de vrije natuur geboren.

Een goede maand later gaat Rudi nog eens mee om te kijken hoe het met het nieuwgeboren chimpanseetje gaat. Samen met Rebecca en Bienvenue, een gids, gaan ze naar haar toe.   Rebecca en Rudi gaan mee om 'funion'(een voedzame pap) met een extra medicament te geven omdat de moeder chimpansee te weinig melk produceert.  Bienvenue blijft langer om de chimpansees als gewoonlijk te observeren. Om zes uur 's morgens zijn ze al op weg.  Een half uurtje later komen ze in de buurt van de chimpansees.  Plots worden ze opgeschrikt door een hels kabaal.  Chimpansees maken van hun oren.  Normaal zijn Emilie, Tessie en Kouilou zeer kalme dieren, dus er is iets ergs aan de hand.  In looppas benaderen ze het kabaal en maken zelf kabaal om eventuele wilde chimpansees te verjagen.  Maar dan stoppen ze, misschien is het wel Bateko of een ander mannetje dat bij de vrouwtjes is.  Vooraleer verder te lopen, checken ze even met de radio.  Geen teken van de mannetjes dus zijn er wilde chimpansees in de buurt.  Rebecca en de gids maken weer kabaal tot er niets meer te horen is ...  Als eerste komt Emilie te voorschijn uit het struikgewas.   Ook de twee andere chimpansees komen naar hen toe.  Maar waar is het jong nu?  Met veel hoop gaan ze op zoek in de richting vanwaar de chimpansees kwamen.  Een veertigtal meter verder zien ze duidelijk sporen van chimpansees die 'displays' gemaakt hebben.  Afgerukte boompjes en takken die over de grond gesleept zijn, overal uitwerpselen en sporen.  En dan valt hun oog op iets harigs zwart.  En wat ze gevreesd hadden, komt uit.  De kleine chimpansee is afgepakt van Emilie door wilde chimpansees.  Hij is uiteengerukt en door hen opgegeten.  Het enige wat ze hebben teruggevonden is een groot stuk huid met wat haar op.  Het jong heeft spijtig genoeg maar anderhalve maand van zijn leven mogen genieten.
top

Ongewenst bezoek

De ngo H.E.L.P.  is gestart met als doel geconfisceerde chimpansees terug in de vrije natuur uit te zetten.   En het moet gezegd, ik vind het een knap initiatief.  Het gebied waar die worden vrijgelaten is 'le triangle' gedoopt.  Het junglekamp in dit gebied is voor enkele maanden Rudi's thuisbasis.  Op het moment zijn er hier meer dan 40 chimpansees vrijgelaten, waarvan de meeste succesvol.  De bedoeling is dat ze terug in het wild gaan leven in het woud, maar dat is niet zo vanzelfsprekend.  Chimpansees moeten zich terug kunnen aanpassen en dat vraagt tijd.  Daar het junglekamp niet afgesloten is kunnen de chimpansees komen en gaan.  En dat doen ze ook, want ze weten dat hier veel lekkers te vinden is. De gouden regel hier is dat de deuren en ramen steeds op slot moeten zijn.  Twee chimpansees,Mekoutou en Koutou, brengen regelmatig een bezoekje aan het kamp. Het zijn twee mannetjes waarven de eerste soms wel dagen in de buurt blijft. Hij zoekt bescherming tegen wilde chimpansees, maar houdt ook van menselijke aanwezigheid.  Niet goed natuurlijk, want hij zou terug wild moeten worden.  Maar ja, wat wil je ;  hij is jaren als huisdier gehouden.  Het is allemaal wel plezant in het begin dat er een chimpansee rondhangt, maar op den duur is het vervelend.  Steeds uitkijken waar hij is, op je gerief letten en hem proberen te negeren.  Regelmatig wordt Mekoutou door de gidsen weggejaagd, maar dat helpt niet veel.  Vijf minuten later staat hij er weer.  Een bijkomend probleem op het moment is dat hij een huidziekte heeft.  Elke dag moet hij medicamenten krijgen gedurende twee maanden en dat wordt toegediend via een lekkere jam.  Niet moeilijk dat hij de mensen graag ziet, hij krijgt er lekkers van.
Het andere mannetje Koutou is van een heel ander kaliber.  Hij is het dominante mannetje van een groep van zes.  Eens per week krijgen we wel eens bezoek van hem.  Op zich niet zo erg.  Hij arriveert en probeert even in de keuken of de bungalows in te breken.  Na een half uur geeft hij het normaliter op en keert terug naar het bos.  Hij weet dat hij op deze manier niet binnen geraakt.  Maar op een keer komt hij er weer aan.  We zijn juist aan het koken en dat stimuleert natuurlijk om binnen te breken.  De deur wordt weer eerst getest.  Ondertussen zetten we de elektrische draad voor het raam onder spanning zoals rond een koeienweide.  Koutou is zichtbaar gefrustreerd en zoekt naar andere mogelijkheden.  Voor de eerste keer klimt hij op het dak en probeert de golfplaten eraf te trekken.  Maar het lukt gelukkig niet.  Dan laat hij zich zakken tot onder de dakrand en kan juist zijn vingers tussen het dak en planken steken.  Hij trekt met ongelooflijke kracht aan de bovenste plank.  Vliegensvlug neemt een gids een vork en steekt van binnenuit op zijn handen.  Koutou laat gelukkig los, want de plank zou het wel kunnen begeven.  Wanneer hij binnen zou geraken, kan je niets meer doen.  Het enige is uit de weg gaan en hem het eten laten nemen. Na deze vruchteloze pogingen is hij echt kwaad.  Hij vindt een klein raampje dat uitkomt op de reservevoorraad.  Al hangend aan het dak begint hij te zwieren.  Met kracht beukt hij met zijn voeten tegen het venster.  De muur dendert over en weer, maar is stevig genoeg.  De ramen hier zijn gelukkig niet van glas, maar wel van tralies en muskietennet.  Maar het traliewerk van het kleine raampje staat al ferm bol . Ook deze poging lukt niet en gefrustreerd trapt hij het af. Tot Rudi's verbazing neemt Koutou één van de bootjes om de rivier over te steken.  Er zijn enkele chimpansees die weten hoe het touw te lossen en de boot af te duwen naar de goede richting.  Nadeel is natuurlijk dat je telkens de boot stroomafwaarts moet gaan zoeken.  Een aantal dagen later tegen zeven uur 's avonds worden de kampbewoners verrast.  Koutou verschijnt geruisloos in het donker en weet in de keuken te geraken. Hij neemt daar een aantal dingen mee en rent terug het bos in.  Voor een keer is hij er in geslaagd binnen te geraken.  Een mooi verrassingseffect, want normaal maken de chimpansees hun slaapnest tegen 6 uur 's avonds.  Niemand had hem natuurlijk verwacht.
top

Een dagje op de Ngongo-rivier

Een dichte mist hangt boven de Ngongo-rivier.  Prachtig, want dat wil zeggen dat wanneer die optrekt, de zon wel eens tevoorschijn kan komen. Rudi is snel uit zijn bed en neemt zijn fotogerief mee in de pirogue.  En daar priemt de zon al door de mist, een prachtig zicht.  Het motiveert om door te gaan, want stroming tegen is toch vermoeiend met een peddel.  Ondertussen kan hij mooie opnamen maken van de zonsopgang en ook nog enkele foto's van een zwaluw.  En dan bereikt Rudi de plaats waar hij de vorige dag een buffel heeft zien vluchten.  Hij zet zich aan de kant en wacht af.  De zon blijft schijnen, de dag kan al niet meer stuk.  Verder de rivier stroomopwaarts hoort hij af en toe gekraak.  Is het een olifant of een ander groot dier?  In ieder geval peddelt hij verder de rivier op, ook omdat hij anders de zon tegen heeft om te fotograferen.  Hij legt weer aan en iets later hoort hij langs beide kanten van de rivier geroep van de witneusapen (cercopitheque nictitans), een zwarte apensoort met een witte neus.  Het is dichtbij en zeer luid, maar één zien is er niet bij.  En dan wordt hij verrast door een plons in het water.  Meestal is het een vis die even uit het water springt, maar dat is het duidelijk niet.  Hij heeft geluk want een 60 meter voor hem staat een bosbuffel rustig in het water.  Met de telelens kan hij verschillende foto's nemen, terwijl het imposante beest aan het herkauwen is.  Na een kwartiertje besluit de buffel de rivier over te steken.  Maar dan komt die Rudi's richting uit.  Hij weet eerst niet wat te doen, maar dan besluit hij met de pirogue weg te peddelen.  Maar daarbij maakt hij natuurlijk veel lawaai.  Dat is niet naar de zin van de buffel en doet een aanval.  Rudi springt in het water en zwemt een stukje weg, maar gelukkig verandert de buffel van gedachte en vlucht tussen de marantaceae op de oever van de rivier.  Tussen haakjes, de buffel is één van de gevaarlijkste dieren in het regenwoud, omdat die effectief aanvallen om zich te weren.  En wij als mens zijn maar klein bier tegenover zo'n kolos.  Gelukkig heeft het Rudi wel een aantal foto's opgeleverd.  Na deze ervaring peddelt hij tevreden maar alerter verder de rivier op.  Het is middag en hij eet wat brood met sardines.  Water neemt hij uit de rivier waarin hij waterzuiveringstabletten doet.  Een paar sinaasappels gaan er ook goed in.  De zon duikelt achter de wolken, maar deze prachtige voormiddag kunnen ze hem niet meer afpakken.  Het is drie uur, geruime tijd was het stil, maar dan hoort hij gekraak.  Een kolos van een olifant baant zich een weg langs de rivier.  Hij passeer hem eerst snel voor de olifant hem in de gaten heeft.  Hij draait de pirogue en wacht af.  En jawel, hij komt te voorschijn.  Hij kan hem prachtig observeren en tegelijkertijk fotograferen.  Met zijn slurf neemt hij water uit de rivier en brengt het naar zijn mond om te drinken.  Ook dat wordt vastgelegd op de gevoelige plaat.
Rustig laat hij zich verder meevoeren met de stroom.  En dan slaat zijn hart een paar slagen over.  Achter een scherpe bocht staat een olifant op het strand aan de kant van de rivier.  Op zich prachtig, maar wanneer je maar 20 meter van dit prachtige dier staat is het beangstigend.  Terwijl hij vliegsvlug terugpeddelt, doet de olifant een schijnaanval.  Maar je terugtrekken met een pirogue tegen de stroom in, is niet evident en daarbij kan een olifant je in het ondiepe water zo inhalen.  Gelukkig was het maar een schijnaanval, maar hoe moet hij nu deze kolos passeren?  De ondiepe rivier is niet zo breed en het enige wat je nu kan doen is wachten tot wanneer de olifant weg is.  Een uurtje later hoort hij niets meer, maar onverwacht ziet hij een andere olifant de rivier oversteken.  Maar nu zijn er twee olifanten op die plaats.  Een kwartiertje later riskeetr hij toch te vertrekken.  Met een bang hart nadert hij de fameuse bocht.  Juist ervoor hoort hij een olifant tussen de struiken.  Even wat bijpeddelen en hij is er voorbij.  Maar gelukkig heeft hij nu de buitenbocht genomen, want op datzelfde strand staat nog een olifant met een jong.  Het kleintje komt uit nieuwsgierigheid zijn richting uit.  Vliegensvlug peddelt hij naar de overkant en legt aan. Hij neemt een fototoestel mee en begeeft zich naar de oever.  De moeder olifant arriveert ook, maar blijft rustig.  Lange tijd wacht hij af en neemt af en toe een foto.  Maar in plaats dat de olifanten verder trekken, steken de moeder met het kleintje over naar de oever waar Rudi staat.  Hoe moet hij nu de olifanten passeren, met aan elke oever twee olifanten?  ... En dan is het vijf uur, Rudi moet vertrekken want anders is hij niet terug voor het donker wordt.  De moeder met jong heeft hij niet meer gehoord, en de andere twee staan tussen de struiken.  Met al mijn zenuwen gespannen riskeerrt hij verder te peddelen.  Een olifant flappert met zijn oren wanneer Rudi passeert, maar de olifant stond gelukkig hoog bovenop de oever waardoor hij niet zomaar in het water kon springen.  De eerste twee zijn gepasseerd, de moeder met kleintje zijn niet meer te zien.  De volgende bocht komt eraan, en daar hoor ik de andere twee olifanten.  Gelukkig zijn ze in het woud en kan ik zonder problemen passeren.  Stroomafwaarts gaat het snel vooruit en is Rudi net voor het donker terug.  Maar hij kan niet aanleggen want die vervelende chimpansee Koutou is weer in het kamp.  Tot zeven uur heeft hij dan bij de gidsen in het andere kamp vertoeft.
  Wat een dag, nietwaar?
top

Een agressieve olifant

Rond drie uur 's middags komt Guy-Francois, een gids, Rudi met de boot halen.  Hij zegt dat er een olifant aan de overkant van de rivier op het strand staat. Rudi gaat natuurlijk mee, alhoewel hij al ontelbare foto's van deze prachtige en imposante dieren heeft.  De enorme boomstam die juist boven het wateroppervlak ligt wordt normaal gebruikt voor de gidsen als badplaats.  Van daaruit kan Rudi de olifant aan de overkant prachtig fotograferen. Hij trekt de blaren van de struiken en eet ze op.  Maar dan stapt hij het water om over te steken en komt daarbij dichter bij Rudi.  Nog even een paar foto's, maar dan is de olifant te dichtbij.  Snel loopt Rudi over de boomstam naar de oever en gelukkig, want d olifant doet een (schijn)aanval.  De olifant blijft in de rivier, maar volgt Rudi. De oever is steil zodat de olifant niet direct de oever op kan. Daarvan profiteert Rudi om nog een aantal foto's te nemen.  Water spat hoog op, hij slaagt met zijn slurf op het water.  De olifant is duidelijk niet opgezet met mijn aanwezigheid en wordt behoorlijk agressief.  Rudi trekt zich terug, want het wordt toch een beetje te link. Daarbij houdt hij er niet van om dieren te verstoren. De olifant molesteers nog wat boompjes en struikgewas om dan uiteindelijk na een doortocht in het junglekamp, het woud terug in te trekken.
top

N
A
T
U
R
E
C
A
L
L

©

R
u
d
i

D
e
l
v
a
u
x